Die shootings zijn nep, hé

Sutherland Springs, TEXAS – Dat er die zondagochtend niemand gewapend naar de kerk was gekomen, zien de inwoners van Sutherland Springs als een teken van God.

De pastoor, Frank Pomeroy, was net de stad uit. Anders had deze kaalgeschoren Harley Davidson-liefhebber zoals gewoonlijk wel een pistool bij zich tijdens de dienst. Hetzelfde geldt voor Rod Green, een Vietnamveteraan die juist die ochtend te laat was.

Zodra de kogels door de First Baptist Church vlogen was er dus niemand die iets kon doen. Met zijn semiautomatische AR-556 van het merk Ruger liep de 26-jarige Devin Kelley eerst rondom de kerk, schietend door de muren en ramen; voordat hij de kerk binnenstapte via een zijdeur had hij al honderden schoten gelost. Eenmaal binnen schoot hij de kerkgangers een voor een dood, tot hij een schreeuw hoorde buiten.

Daar was Stephen Willeford, die op enkele meters van de kerk vandaan woonde en op de schoten was afgekomen. Op zijn blote voeten stond hij op straat, ook met een semiautomatisch geweer. Een vuurgevecht volgde; later zou blijken dat Willeford de schutter had geraakt op zijn kogelwerende vest en twee keer aan de zijkant van zijn lichaam, waarna Kelley gewond wegreed. Willeford hield een aankomende pick-up aan en zette de achtervolging in.

Zij scheurden achter de jongen aan en troffen hem verderop in de berm, waar hij zichzelf door zijn kop schoot. Intussen probeerden overlevenden in de kerk de gewonden te helpen tot de hulpdiensten kwamen. Gunny Macias, voormalig marinier, riep met zijn luide stem: “Halleluja, prijs de Heer,” en zong over Jezus terwijl een zuster het bloeden van de vele gewonden probeerde te stelpen door met beperkte middelen drukverbanden aan te leggen.

De omvang van de schade werd later pas duidelijk: zesentwintig kerkgangers waren die ochtend omgekomen, een ongeboren baby meegeteld. Het zevenentwintigste dodelijke slachtoffer was schutter Kelley zelf.

Geboortecertificaat

Zodra daarna de eerste brieven binnenkomen, van over de hele wereld, begrijpt de kerkgemeenschap dat zij opeens wereldwijd in de schijnwerpers staan. En daarmee snapten ze ook wat de bedoeling van God was, waarom er zo veel mensen dood moesten in hun kleine dorp van zo’n zeshonderd inwoners. Zij moesten de wereld het woord van God laten horen. Hun kerk zou groot worden, door al deze aandacht. Daarom had God die dag de schietpartij niet tegengehouden en ervoor gezorgd dat er niemand gewapend in de kerk was.

In het spiksplinternieuwe kerkgebouw, dat is gedoneerd aan de gemeenschap, is te zien dat in ieder geval de omgeving van Sutherland Springs deze boodschap heeft gehoord. Ten tijde van de moordpartij had de kerk iets meer dan vijftig leden, gevestigd in een klein houten gebouw – dat nu is omgebouwd tot gedenkplaats voor de slachting. Ongeveer de helft van die originele gemeenschap is vermoord, maar de gemeenschap telt nu honderden kerkgangers. Het zijn voornamelijk mensen die over de kerk hoorden vanwege de schietpartij en zich bij hen aan wilden sluiten, precies zoals God het bedoeld had.

In de First Baptist Church is men nu wel voorbereid op een eventuele volgende schietpartij: aan de wanden hangen de ronde glazen ogen van surveillancecamera’s, een stuk of drie mannen van beveiliging lopen rond met walkietalkies en genoeg mensen zijn bewapend. In ieder geval is bij de pastoor zelf de holster op zijn heup te zien.

Het kwaad blijft namelijk proberen hen te breken, geloven de kerkgangers. Niet alleen kwamen er aanmeldingen en positieve brieven in de maanden na de schietpartij – zoals van een moeder wiens zoon weer naar de kerk ging, omdat hij was geïnspireerd door de kracht van Sutherland Springs – maar ook negatieve brieven en ronduit bizarre telefoontjes.

Pastoor Pomeroy, die op die dag zijn 14-jarige dochter Annabel Pomeroy verloor, kreeg te horen dat zij helemaal niet had bestaan. Hijzelf zou een zogeheten crisisacteur zijn, ingehuurd door de overheid om deze gebeurtenis in scène te zetten. Auto’s stopten voor zijn deur, de bestuurders schreeuwden vanuit het open raam dat hij een leugenaar was. Het doel van dit complot zou zijn om impopulaire wapenwetten door te voeren, of wellicht om eenvoudigweg angst te zaaien. Een bange burger is immers geen mondige burger.

Enkele maanden na de tragedie komt Robert ‘Side Thorn Journalist‘ Ussery naar het dorp, met vriendin Jodi Mann, op internet bekend als ‘Conspiracy Granny‘ (Complot-oma). In de ongeveer zes weken dat de twee daar verblijven om video’s over het onderwerp te maken voor hun website spreken ze dorpelingen aan, filmen de begraafplaats omdat verzakt zand zou aantonen dat er geen lichamen begraven liggen en lopen rond de kerk om te tonen dat er geen kogelgaten zijn. Die zijn er uiteraard wel, dichtgestopt en overgeverfd, maar in zijn kwalitatief slechte video-opname is dat niet zichtbaar.

In de eerste video’s weten de dorpelingen nog niet wie zij zijn, maar al gauw verandert dit: op de website van Ussery staat een korte opname van een telefoongesprek. Een vrouw uit het dorp belt en vraagt eerst nog beheerst of hij alsjeblieft kan ophouden haar familie lastig te vallen. Al gauw schreeuwt ze woedend dat ze hem afmaakt als hij nu niet weggaat. De video is veertienduizend keer bekeken, met tientallen comments. “Je zou hier weleens iets kunnen ontdekken dat groter is dan je dacht… en het is wereldwijd,” vindt ene Zal Moxis.

Op een andere video loopt Ussery met een megafoon voor de herdenkingskruizen bij de kerk langs. “Let op Sutherland Springs! We bieden honderdduizend dollar voor het bewijs dat deze slachtoffers echt zijn!” Aangezien niemand hierop ingaat, acht Ussery het bewezen dat er dus geen slachtoffers zijn.

Het komt tot een confrontatie wanneer de twee bij de kerk verschijnen en naar pastoor Pomeroy roepen dat hij leugens verspreidt. Ussery stapt op Pomeroy af en vraagt naar het geboortecertificaat van diens dochter. Het kost de pastoor zichtbaar moeite hem niet te lijf te gaan. Na een kwartier worden de twee ingerekend voor ‘trespassing‘. Hun eigen video blijkt later belastend materiaal: daarop legt Ussery zijn pistool in zijn dashboardkastje. Hij zegt tegen Conspiracy Granny dat ze in geval van nood moet beweren dat het van haar is. Hij heeft namelijk een strafblad en mag daarom geen wapen bezitten.

Een echte slachtpartij

In de foyer van de kerk, onder een opmerkelijk schilderij van Christus die buitenproportioneel grote handen voor zich uit strekt, wil pastoor Pomeroy best even praten over alles wat zijn gemeenschap de afgelopen twee jaar heeft meegemaakt.

“De eerste dagen na de schietpartij zijn als in een waas voor me,” vertelt hij. “Maar al snel werd het me duidelijk dat er behoefte was aan een sterke leider. Ook al had ik mijn eigen dochter verloren, moest ik ervoor zorgen dat we niet collectief in de slachtofferrol zouden vervallen. We moesten tonen dat het kwaad niet wint.”

In de dagen na de schietpartij leerde Pomeroy hoe na zo’n grote gebeurtenis opeens van alle kanten mensen op je af komen die interesse in je hebben. Ten eerste waren er de media, die allemaal tegelijk de dorpelingen wilden spreken terwijl de lichamen nog in de kerk lagen. Tientallen busjes met satellietschotels werden in het dorp geparkeerd, onbekenden liepen door de straten op zoek naar een verhaal.

En daarna kwamen die complotdenkers. In eerste instantie dacht Pomeroy nog dat Ussery het te doen was om geld, een inkomen via clicks op zijn video’s, maar bij die confrontatie realiseerde hij zich dat deze man hier echt in geloofde. Hij zag het in zijn ogen. De man zei in zijn gezicht dat zijn dochter helemaal niet dood was en vermoedelijk nog ergens in een kelder vastgehouden werd; Pomeroy moest zich inhouden hem niet te lijf te gaan.

“Op dat moment vroeg ik God me bij te staan met kracht, waarna ik een rust over me voelde komen,” vertelt hij. “Ik zag opeens in zijn gezicht dat hij eigenlijk een angstig kind was, wat hij probeerde te verbergen door mensen lastig te vallen.”

Die twee waren zoals gezegd niet de enige complotdenkers. Afgelopen herfst, voor de viering van een kinderfeest in de kerk, werd Pomeroy gebeld door iemand die zei dat hij dan langs zou komen om hen te leren wat een echte slachtpartij is. “Zijn nummerherkenning stond nog aan,” zegt Pomeroy met een lachje. “Dus heb ik dat doorgegeven aan de FBI, die me later lieten weten dat ik me geen zorgen hoefde te maken.”

Kerksecretaresse Windy Choate herinnert zich hoe er op een dag een man aanklopte bij haar kantoor, die in het begin heel vriendelijk leek. Hij stelde vragen over wat er allemaal gebeurd was, bracht zijn condoleances over, gaf een paar mooie bijbelcitaten.

Tot hij opeens zei: “Je weet dat die shootings nep zijn hé?”

De pastoor, die zichzelf als Republikein verkiesbaar heeft gesteld voor de Texaanse senaat, ziet in mensen als Ussery de problematiek van de Verenigde Staten samengevat. “Alles is zo gepolariseerd in dit land. Het is rood of blauw, voor of tegen, niemand praat meer met elkaar en politici zoeken de verbinding niet meer. Daardoor krijg je dat sommige mensen naar de randen van de samenleving worden gedrukt.”

Wilde Westen

Een roestige sedan parkeert op een schaduwrijk plekje onder een van de bomen rondom de oude kapotgeschoten kerk. Daar stapt een man uit met een zwarte cowboyhoed en een grijze baard. Dit is de gewapende held van het dorp: de timide Stephen Willeford.

Al gauw komt het onderwerp op wapens en wapenwetgeving. Willeford, wiens familie al vier generaties lang in het dorp woont, vindt het niet vreemd dat dorpelingen als zij zich bewapenen voor gevaar van buitenaf. Hij verklaart de zelfredzaamheid als een restant uit de tijden van het Wilde Westen. De nederzetting Sutherland Springs werd gevestigd midden negentiende eeuw, toen Texas net was ingelijfd bij de Verenigde Staten. Het was in die tijd een gevaarlijk gebied. Als het mistig was, mochten de kinderen niet naar school uit angst dat zij werden gekidnapt door indianen.

“Toen de mensen hierheen kwamen, was er geen overheid of politie,” vertelt Willeford. “Je stond er alleen voor. Zo is het voor ons altijd geweest.”

Voor ons Nederlanders blijft het een vreemd gezicht, maar in ruraal Amerika is het niet ongewoon mensen zichtbaar gewapend te zien rondlopen. Dit is het Amerika waar het Tweede Amendement, het recht wapens te dragen, als heilig wordt gezien. Progressieve thema’s als genderneutrale toiletten en abortus worden hier verafschuwd – dat een ongeboren baby als slachtoffer in de kerk werd meegeteld spreekt boekdelen.

Na de tragedie ontmoette Willeford slachtoffers van andere massale schietpartijen, waaronder een Franse jongen die tijdens de jihadistische aanslag bij het rockconcert in de Bataclan in een toilethok verstopt had gezeten. De jongen had vol ontzag tegen hem gesproken, “omdat niemand in Frankrijk zou hebben gedaan wat ik heb gedaan.”

Willeford haalt ook een andere aanslag in Europa aan, waar een jihadist in de Thalys werd overmeesterd door onder andere Amerikaanse soldaten die op vakantie waren. “Misschien is het onze instelling? Kijk, als president Macron ergens heen gaat heeft hij ook mensen met wapens om zich heen. Waarom zou jij zulke bescherming niet mogen? Hoe eerlijk is dat?”

Na de schietpartij hoopte Willeford anoniem gebleven te zijn. Hij wil liever niet als held te boek staan, zegt hij. Maar opeens zag hij een foto van zichzelf verschijnen op een van de 24/7-nieuwskanalen, die blijkbaar zijn naam achterhaald hadden. Het volgende moment stond er een presentator in zijn voortuin, voor een camera te vertellen dat dit het huis was van de man die de schutter had tegengehouden. Met een glimlach vertelt Willeford dat die opname verprutst is, doordat zijn schoonzoon vanuit het huis met de afstandsbediening zijn autoalarm liet afgaan.

“Wat ik hiervan heb geleerd,” zegt Willeford, “is dat iedereen altijd iets van je wilt.”

En omdat iedereen iets wil, vindt Willeford dat je daar het beste maar gebruik van kan maken wanneer jullie belangen overeenkomen. Dus was een van de zeldzame interviews die hij in de weken na de schietpartij gaf aan pro-wapenclub National Rifle Association (NRA).

De complotdenkers ontmoette Willeford één keer, in de zes weken die zij in het dorpje doorbrachten. Na een dienst hebben ze een ongemakkelijk gesprek, dat door Ussery met een cynische “Zo, dus jij bent de held van het dorp,” wordt geopend. Willeford wist op dat moment nog niet wie ze waren, later zou hij erachter komen dat de man zijn huis filmde en dat op het internet zette, “Hier woont die dikzak die zogenaamd de schietpartij heeft gestopt.”

Sandy Hook

Complottheorieën zijn Amerika niet vreemd. Van de moord op Kennedy tot 9/11 is zo’n beetje van alles de officiële lezing wel in twijfel getrokken. Ook de huidige president is er niet vies van om af en toe eens een complottheorie te delen, zoals dat Obama niet in Amerika geboren zou zijn.

Een van de voornaamste gezichten van de complotwereld van de VS is presentator Alex Jones, van website InfoWars. De vurige Jones, bekend vanwege zijn video’s waarin hij met een rode kop tegen alles en iedereen tekeergaat, uitte twijfels over de schietpartij op de basisschool Sandy Hook in Connecticut in 2012, waar een schutter twintig kinderen en zes volwassenen doodde. In zijn show maakte hij het huilen van de ouders belachelijk, wat volgens hem werk was van crisisacteurs. Hij heeft de ouders verzocht foto’s van de lichamen van hun kinderen te sturen, als bewijs dat de aanslag werkelijk heeft plaatsgevonden, en is met zijn camerateam naar het dorp toegegaan.

Vanaf dat moment werden familieleden van slachtoffers van Sandy Hook door verschillende mensen lastiggevallen en kregen zij doodsbedreigingen. Sinds Jones, die een groot publiek heeft, is aangeklaagd door verschillende families, beweert hij dat hij nooit daadwerkelijk heeft getwijfeld aan de schietpartij, ook al is dit in zijn eigen opnames te zien. Hij zou erin geluisd zijn door de mainstream media. Hij zou alleen maar hebben getwijfeld aan de manier waarop de schietpartij wordt aangewend om wapenwetgeving door te voeren. Jones, door president Trump als iemand met een ‘geweldige reputatie’ geprezen, is intussen verbannen van sociale media als Youtube en Twitter.

Waar complotdenkers als Jones op voeden, is de argwaan van Amerikanen tegenover de overheid. Het land is vanaf het begin gestoeld op een kritische houding ten opzichte van machthebbers. Die discussie over wapenwetgeving, die na iedere schietpartij weer oplaait, wordt door sommige wapenliefhebbers gezien als de eerste stap richting repressie. Voor je het weet is het dan in de VS net zo’n bende als in Venezuela, zeggen zij.

Sutherland Springs was in die discussie een opmerkelijke schietpartij: het was immers een gewapende held (good guy with a gun) die de slachting had weten te stoppen. Meer wapens, hoor je vooral aan Republikeinse zijde na een schietpartij. Het idee is dat er dan meer mensen zijn die de schutter kunnen stoppen. Er gaan intussen zelfs stemmen op in de VS om leraren te bewapenen om zo schietpartijen op scholen te voorkomen.

Voor politici die een schietpartij willen verbinden aan hun politieke agenda heeft pastoor Pomeroy geen goed woord over. “Ik heb Republikeinse politici meegemaakt die opeens naast me stonden en een arm om me heen sloegen. Het volgende moment kijk je in een camera en is de foto al gemaakt.”

In Sutherland Springs willen ze alleen maar die ‘thoughts and prayers‘ horen, dat teken van medeleven waar vaak lacherig over wordt gedaan omdat het een lege opmerking lijkt nadat er zoveel mensen zijn doodgeschoten. Volgens Pomeroy en zijn gemeenschap komen de thoughts and prayers van politici die tenminste hun gevoelens tonen en niet gelijk met een politieke boodschap komen.

‘Dit is mijn gemeenschap’

Intussen lijken de media en complotdenkers in de Verenigde Staten Sutherland Springs alweer zo’n beetje vergeten. Het aantal slachtoffers maakte het destijds een van de grootste moordpartijen, nu is dat alweer ruimschoots ingehaald door de schietpartij bij een concert in Las Vegas (58 doden) en die in een nachtclub in Florida (49 doden).

Er zijn bovendien ook mondigere slachtoffers van schietpartijen, zoals de scholieren van de Parkland-shooting die actief het land doorgaan om zich uit te spreken voor wapenwetgeving. Zij zijn een duidelijk doelwit voor complotdenkers geworden: bij hen kan het niet anders dan dat ze deel van een complot zijn, aangezien ze zich nu zo activistisch inzetten.

Het enige dat de inwoners van Sutherland Springs na twee jaar nog vrijwel wekelijks zien, is het ramptoerisme dat hun kerk aantrekt. “We noemen hen de Lookie Looks,” zegt Choate. Het zijn mensen die omrijden om een kijkje te nemen, families met kinderen die het leuk vinden om te zien waar die schietpartij was. Ze moet erom lachen als ze hen nadoet: “We zijn op zomervakantie en we waren in de buurt. Mogen we even wat foto’s maken van de kerk?”

Tot die schietpartij genoot Sutherland Springs maar matig aanzien als toeristische bestemming; de bekende generaal uit de Amerikaanse burgeroorlog Robert E. Lee zou hier een stop hebben gemaakt toen hij onderweg was naar Virginia om de troepen van de Confederatie te leiden – in die periode in de Amerikaanse geschiedenis waarin het land zo gepolariseerd was dat het daadwerkelijk in twee delen uiteenviel. Maar Sutherland Springs was altijd voornamelijk een van vele Texaanse dorpen langs een snelweg, bestaand uit twee pompstations en een kerk.

Eén ding willen de inwoners de Nederlandse journalisten graag meegeven, en dat is de boodschap dat de gemeenschap er bovenop is gekomen. Ondanks de doden en ondanks de complotdenkers. “De duivel dacht dat hij had gewonnen,” zegt kerksecretaresse Choate. “Maar wij maakten er een verhaal van ter meerdere eer en glorie van God. Het kwaad heeft niet gewonnen hier.”

Zo denkt de verlegen held Willeford er ook over. Wanneer hij vertelt over zijn dorp verschijnen er tranen in zijn ogen als hij denkt aan hoe veel hij geeft om Sutherland Springs. “Dit is mijn gemeenschap. Dit zijn mijn mensen en ik ben bereid om voor ze te sterven.”

En dat laatste is geen lege opmerking uit zijn mond.

Te lezen in de Nieuwe Revu van week 43, 2019