Dit stuk werd 29 augustus 2014 gepubliceerd op de reisblog van SNP Natuurreizen
De mist trekt langzaam op van het ryolietgebergte van Landmannalaugar, in het binnenland van IJsland. Iedere helling heeft haar eigen kleur door alle verschillende ijzerverbindingen in het gesteente: roestbruin, paars of koperachtig blauwgroen. Tussen de glooiende hellingen liggen helderwitte sneeuwvelden, terwijl verderop een recente lavastroom van gitzwart basalt over een helling is gestold. Iedere paar meter blijft wel iemand uit mijn groep staan om een foto te maken; ze hadden niet verwacht dat het in IJsland zo mooi kon zijn. Ook ik val geregeld uit mijn gidsrol wanneer ik het niet kan laten de schitterende landschappen vast te leggen. Hoe vaak je hier ook bent geweest, je blijft je verbazen.
IJsland is een eiland met vele gezichten: ieder berggebied kent haar eigen unieke natuurverschijnselen vanwege alle vulkanische activiteit. Rijen vulkaankraters, kilometers bemoste lavavelden en watervallen van kristalhelder gletsjerwater. Daarnaast geven de luchten de IJslandse natuur een geheel eigen kleur: omdat het eiland midden in de oceaan ligt is er een constant spel van voorbijtrekkende lage bewolking tegen een achtergrond van traag bewegende hoge bewolking. Zoals de naam al doet vermoeden is dit geen land voor de op comfort gerichte toerist, en dat zorgt ervoor dat de natuurgebieden nog niet zo massaal bezocht worden als elders in Europa. Geregeld zien we tijdens onze wandelingen urenlang geen ander leven behalve voorbijvliegende regenwulpen of een wegvluchtende alpensneeuwhoen.
Lamsschotel en zwavelpoeltjes
De wandelingen in het Hengill gebergte zijn een mooie introductie voor de borrelende zwavelpoeltjes, de stoom die uit rotsspleten sist – deze vulkanische activiteit zullen we de rest van de reis overal tegenkomen – en niet te vergeten de warme beekjes en poeltjes waarin we onze batterij kunnen opladen na iedere wandeling. Het was in de negende eeuw voor de Vikingen één van de belangrijkste redenen om na hun ontdekking van IJsland in het land te blijven. Zodra we iedere avond met onze vermoeide lichamen in het warme water zakken begrijpen wij dat wel. Die Vikingen waren zo gek nog niet.
De reis brengt ons, na een bezoek aan de grillige rotskusten van Snaefellsnes, uiteraard naar de Kjölur pas. Een gravelweg door het binnenland van IJsland, tussen de enorme ijskappen van de Langjökull en de Höfsjökkul door. Daar wandelen we via het mistige lavaveld van de Strytur schildvulkaan naar de 1075 meter hoge Raudakollur, waar we uitzicht hebben op drie verschillende gletsjers. Een wandeling van zo’n tien uur die net als iedere wandeling van deze reis weer unieke vergezichten en landschappen in zich heeft. Daarna schuiven we voldaan aan voor een maaltijd van onze kok Sjaak van Lint. Want dat is één van de andere geheimen van deze Kjölur reis: de manier waarop onze kok/chauffeur iedere dag met beperkte middelen de groep weer weet te verrassen. Pasta’s met zalm, lamsschotels en gevulde salades: het is alsof je aanschuift in een viersterrenrestaurant.
Saga’s en hippe vrouwen in wollen truien
Tijdens een aantal avonden lees ik mijn groep een stukje voor uit de saga’s van IJsland. Deze bijzondere combinatie van geschiedenis en magische mythische verhalen over heksen en geesten is een mooie manier om een beeld te krijgen van de vroege jaren van het land. De kolonisatie van IJsland ging gepaard met bloederige familievetes onder de onbehouwen Noormannen. Door het in 930 opgerichte IJslandse parlement Allthing, in het Thingvellir park waar we tijdens de reis ook een stop maken, en de introductie van het Christendom veranderde de ruige vikingcultuur langzaam in de beschaving die het in deze tijd is geworden. Een schoon land van beleefde en kalme mensen.
Tijdens de laatste stop in Reykjavík krijgen we hier nog even een beeld van: een winkelstraat vol hippe koffietentjes waar hoogblonde IJslanders in wollen truien en spijkerbroeken met scheuren bij de knieën voorbijlopen met take-away koffie. We sluiten de reis af in Einar Ben, een restaurant dat is vernoemd naar de IJslandse dichter en advocaat Einar Benediktsson, die een belangrijke rol speelde in de weg naar de onafhankelijkheid van Denemarken. Tijdens een maaltijd van versgevangen kabeljauw wordt de reis een laatste keer doorgesproken. Eén ding is zeker: de buitenaards grillige zwartpaarse vulkaanlandschappen, stomende poeltjes tussen sneeuwvelden en zacht bollende ryolietbergen zullen voor altijd in de geheugen van deze groep gegrift staan.