Gepubliceerd in Het Parool op 18 juli 2015
Cuba en de VS openden na ruim vijftig jaar weer ambassades. Cubanen geloven dat hiermee een einde zou kunnen komen aan het politieke asiel dat zij automatisch verkrijgen wanneer zij per boot naar Florida vluchten.
Acht jaar geleden besloot Raidel Simón Grencibia dat hij Cuba wilde verlaten. Hij was het zat: het gebrek aan vrijheid, de geheime politie, de noodzaak om illegaal te werken om jezelf luxe te kunnen veroorloven. Twee keer vertrok hij met een zelfgebouwd bootje van het eiland, maar beide keren werd hij door de Amerikaanse kustwacht onderweg ontdekt en teruggebracht. De derde keer, afgelopen mei, ging alles goed. Met een groep van acht vrienden maakte hij een bootje van gebruikte oude auto-onderdelen die ze bij een garage achterover wisten te drukken. Twee dagen brachten ze op open zee door. Ze dwaalden af richting de Golf van Mexico – voor navigatie gebruikten ze een antiek kompas – maar bereikten uiteindelijk de Florida Keys, een kleine 150 kilometer ten noorden van Cuba.
Vlak voor de kust ging het bijna mis: de golven lieten de boot kapseizen, waardoor de Cubanen moesten zwemmen. Drie uur brachten ze in het water door, maar omdat de stroming goed stond wisten ze Florida te bereiken. Het was één uur ‘s middags en er zaten veel mensen op het strand, die hen met applaus onthaalden en op eten en drinken trakteerden. Veel inwoners van Zuid-Florida komen immers zelf uit Cuba of kennen wel een Cubaan die dezelfde ontberingen heeft doorgemaakt. Eenmaal met zijn voeten in het warme zand van de Florida Keys wist de 40-jarige Grencibia dat dit zijn toekomstige thuis zou worden. De Cuban Adjustment Act, een wet die in 1966 werd aangenomen, schrijft voor dat iedere Cubaan recht heeft op politiek asiel en na een jaar in aanmerking komt voor een green card. De regering onder Bill Clinton voegde daar de wet-foot/dry-foot policy aan toe, om de toestroom van Cubaanse bootjes te ontmoedigen: Cubanen onderschept op zee worden gedeporteerd, maar wie ‘droge voeten’ weet te behalen op het vasteland van de VS mag blijven.
Normalisering relaties
Officieel zou Cuba de op zee onderschepte asielzoekers onbestraft terugnemen, maar Grencibia vertelt hoe de Cubaanse politie hem na zijn vorige pogingen publiekelijk ten schande bracht door met hem door de straten te paraderen. “Vanaf dat moment staat er een vinkje in je rapport,” vertelt Grencibia. “Je staat bekend als landverrader, waardoor het moeilijk is goed werk te vinden.”
17 december 2014 zal de geschiedenisboeken ingaan als de dag waarop de Verenigde Staten en Cuba hun relaties na vijfenvijftig jaar begonnen te normaliseren. President Obama kondigde aan dat de VS een ambassade zal openen in Havana, en intussen is Cuba van de Amerikaanse terreurlijst gehaald, waar nu alleen Syrië, Iran en Sudan nog op staan. Maar de normalisering van de relaties leidde ook tot meer Cubaanse asielzoekers: zij waren bang dat politiek asiel niet langer verzekerd zou zijn. Grencibia vertelt hoe het nieuws veel paniek bracht onder de Cubanen.
Hoogleraar Jorge Duany van de Cubaanse afdeling van Florida International University, zelf Cubaans geboren maar in Puerto Rico opgegroeid, zegt dat de vrees ongegrond is. “Het Witte Huis gaf meermalen aan geen verandering in het beleid voor Cubanen te zullen aanbrengen. De verspreiding van informatie gaat echter erg moeizaam in Cuba, waardoor er verschillende verhalen rond gaan en gemakkelijk paniek ontstaat.”