Home is where the dog is

Gepubliceerd in Haags Straatnieuws

TUCSON, Arizona – “Ik zal altijd eerst voor hem zorgen, dan pas voor mezelf”, zegt de 56-jarige Wallace terwijl hij zijn pitbull Marmaduke een aai over zijn hoofd geeft. “Als ik geld heb koop ik daarmee iets voor hem, dan pas voor mezelf. Of stel dat we steak krijgen, dan zou hij daar als eerste van mogen eten. Maar ja, dat laatste gebeurt natuurlijk sowieso niet. Haha.”

We zijn in een stadspark in Tucson, waar Wallace en zijn vriendin Abby allebei met hun honden in de schaduw van een mesquite boom zitten. Ook al is het midden november, de zon is nog altijd onverbiddelijk warm overdag. Achter zich heeft het dakloze stel een karretje staan waar hun bezittingen in zitten: een stuk plastic om op te zitten, een zak hondenvoer, een thermosfles met koel water en uiteraard dekens om de nachten buiten mee door te komen.


Het is een klein overlevingspakket voor hier in de woestijn. Want wie dakloos is in Arizona, staat soms voor grote uitdagingen. Al toen de indianen hier ver voor de komst van de Europeanen rondtrokken als jager/verzamelaar, leerden zij dat niet alleen de zon in de woestijn wreed en vijandig kan zijn. Planten hebben stekels, de droogte kan dodelijk zijn en onder het struikgewas kunnen giftige dieren zich ophouden. Wanneer Wallace ‘s nachts in de washes slaapt – de drooggevallen rivieren waar alleen water doorheen stroomt na hevige regenval – voelt hij zich dan ook veel veiliger met zijn pitbull Marmaduke om zich heen.

“Het is me eens overkomen dat er een groepje coyotes naar ons toekwam. Mijn hond viel hen gelijk aan, omdat hij zo’n drang heeft om mij te verdedigen. Ook al zijn die coyotes een stuk groter dan hem, wist hij ze toch weg te jagen.”

Een stukje thuis

Voor veel daklozen in de VS is een hond een onmisbare beveiliging tegen gevaren van buitenaf. Vrouwen die alleen slapen beschermen zich daarmee tegen ongewenste nachtelijke toenadering door mannen. Al is het alleen al omdat ze beginnen te blaffen wanneer er iemand aan komt. Maar niet alleen zijn de honden goed voor de veiligheid, voor mensen die verder alles hebben verloren zijn dieren een trouwe compagnon, die in tegenstelling tot mensen geen vooroordelen met zich meedraagt. Want net als in Nederland worden daklozen in de Verenigde Staten geregeld genegeerd door mensen die aan hen voorbij lopen.

“De wetenschap heeft steeds weer aangetoond dat een huisdier goede invloed op mensen heeft,” vertelt Genevieve Frederick van Pets of the Homeless (Huisdieren voor de Daklozen) over de telefoon vanuit Nevada. “Met huisdieren in de buurt word je bloeddruk lager, de kans op depressie kleiner. Het maakt niet uit dat je geen huis hebt voor een dier; in zekere zin ben jij als persoon hun thuis. En andersom: het huisdier voelt als een stukje thuis voor daklozen.”

Zelf een hondenbezitter, besefte Frederick zich ruim tien jaar geleden dat ze best graag hondenvoer aan daklozen met honden wilde geven, maar dat ze het moeilijk vond om hen zelf te benaderen. Ze besloot dus hondenvoer achter te laten bij plekken voor nachtopvang, zodat die het konden uitdelen.

Al gauw hielpen buren en kennissen haar mee, waardoor haar kleine initiatief binnen de kortste keren uitgroeide tot wat het nu is: een hulporganisatie die naast de distributie van donaties van hondenvoer bij plaatselijke opvangcentra en soepkeukens ook nog eens ruim 1.800 dieren in 41 verschillende staten van Amerika heeft geholpen met operaties.

Wanneer ze over alles dat de organisatie heeft gedaan nadenkt, komen er weer veel prachtige verhalen boven. Bijvoorbeeld over een hond die zwaar gewond was geraakt door een gevecht met een javelina, het plaatselijke neefje van het wilde zwijn dat in het westen van Amerika voorkomt. De dakloze eigenaar had geen geld om de zwaar gehavende hond te laten opereren. Frederick zorgt er in zo’n geval voor dat een plaatselijke dierenarts uit haar netwerk het dier vrijwillig helpt, terwijl haar organisatie alle onkosten vergoedt.

In Tucson alleen al heeft de organisatie 13 gevallen gehad van dieren die een behandeling nodig hebben. Tien daarvan waren bij honden van vrouwen, zoals ook in de meerderheid van alle gevallen waarmee zij in het hele land te maken heeft gehad. Daarbij blijft dan toch gelden: voor dakloze vrouwen is veiligheid de voornaamste reden om een hond te nemen.

De Amerikaanse droom is niet voor iedereen weggelegd

“Ik zeg weleens voor de grap dat een beetje socialisme niet slecht is,” zegt Victor Hightower in het kantoor van daklozenopvang Gospel Rescue Mission. “Maar in Amerika is socialisme een slecht woord. Veel mensen zien het als gelijk aan communisme. Het idee in Amerika is dat je het allemaal zelf moet doen, maar sommige mensen kunnen dat niet. Zij hebben hun eigen uitdagingen.”

Volgens Hightower is het ontbreken van hulp voor mensen die leiden aan psychische stoornissen een belangrijke oorzaak voor het dakloos raken. In ieder geval voor een deel van ruim half miljoen mensen die in 2016 gemiddeld genomen tegelijk dakloos waren. Veel van hen reizen naar warmere staten zoals Arizona, waardoor daar relatief veel mensen op straat leven. In Tucson alleen al, een stad ter grootte van Den Haag, zijn er ongeveer 1.650 daklozen, tegenover slechts 600 bedden in nachtopvangcentra. Ter vergelijking: in Den Haag maken ongeveer 150 mensen gebruik van een nachtopvang.

“Dit probleem is terug te leiden tot ex-president Ronald Reagan,” verzucht Hightower. “Die schafte de federale subsidie voor huisvesting van mensen met psychische problemen af. Daarmee begon veel ellende, waardoor je nu zo veel daklozen op straat ziet overal.”

Naast gratis kleren en lunchpakketten heeft de Gospel Rescue Mission honden- en kattenvoer voor mensen die dat nodig hebben. Zij zijn echter wel een van de vele opvangplaatsen waar men niet met een hond mag verblijven. De leiding is bezorgd dat de combinatie van mensen die verward zijn door bijvoorbeeld schizofrenie in combinatie met vaak niet goed afgerichte dieren tot problemen kan leiden.

Daardoor moeten de hondenbezitters onder de daklozen juist weer vaker buiten slapen, tenzij ze een plek vinden waar hun viervoeter wel mee naartoe mag. Zo’n plek kan bijvoorbeeld een blijf-van-mijn-lijfhuis zijn. Daar is het personeel vaak meer coulant in het toelaten van honden, aangezien ze zien dat de hond vaak het enige vertrouwde is wat het slachtoffer nog bij zich heeft. Meegenomen uit het vertrouwde thuis waarvan zij weggevlucht zijn.

Met Smokey de natuurparken in

Enkele tientallen meters verderop in hetzelfde park waar Wallace en Abby met hun honden zaten, zit een man aan een picknicktafeltje te lezen in een boek van Tom Clancy dat zo vaak is omgevouwen dat de tekst op de kaft nog amper leesbaar is. De man, de 69-jarige Ron, heeft een dikke grijze baard, een petje met camouflagemotief waarop Vietnam Vet staat en een groot mes in een holster aan zijn riem. Zijn hond Smokey ligt rustig te slapen.

Even zijn Ron en zijn hond alert, maar al gauw ontspannen beiden weer. Ron legt zijn boek weg en neemt een slok uit het flesje ijskoffie dat hij naast zich heeft staan. Langzaam komt zijn levensverhaal naar boven. Al sinds 1980 leeft Ron buiten, maar het liefste is hij helemaal niet in de stad. In de indrukwekkende uitgestrekte natuurgebieden van de westkust weet hij zijn favoriete bosrijke gebieden te vinden, waar hij leeft van het vissen op forel en het zoeken naar eten in de natuur – niet veel anders dan hoe indianen en later Europese avonturiers dat honderden jaren lang hebben gedaan.

Tijdens die tochten door de natuur is hond Smokey zijn onafscheidelijke compagnon. Vernoemd naar Smokey Bear, een stripbeer die gebruikt wordt door de nationale parken om mensen te informeren over bijvoorbeeld de gevaren van open vuur, straalt de hond van Ron vooral vertrouwen en liefde uit – iets waar zijn dakloze baas veel behoefte aan had in de tijd dat hij zwaar verslaafd was aan speed en methamfetamine. Die laatste drug kreeg ook een van zijn dochters in de grip, die nu net als haar vader dakloos is geworden.

Momenteel woont Ron in een kamp voor dakloze veteranen in Tucson, waar er in ieder geval altijd genoeg hondenvoer is. De buren doneren geregeld van alles aan de inwoners van het tentenkamp. Maar zodra hij genoeg geld heeft opgespaard, hoopt Ron een busje te kopen zodat weer de natuurparken in kan rijden – terug de wildernis in waar het Amerikaanse Westen voor hem nog altijd uit bestaat.

Uiteraard met zijn trouwe hond.