Het was de tuberculose waardoor Justo Gallego op het idee kwam een kathedraal te bouwen. Hoestend en zwetend had hij in bed gelegen, ver verwijderd van het klooster waar hij acht jaar daarvoor was toegetreden als jonge novice van 27 jaar. In zijn ijldromen zag hij de dood in de ogen en beloofde God: mocht hij genezen, dan zou hij eigenhandig een kathedraal bouwen als dank.
Hoe krankzinnig het idee zijn naasten ook leek, Gallego legde, toen hij inderdaad van de tuberculose was hersteld, in 1961 de eerste steen, op een stuk land in het dorpje Mejorada del Campo ten oosten van Madrid. Zonder enig plan, met slechts basisvaardigheden in het metselen en bouwen, begon hij aan de beloofde kathedraal.