Het is niet moeilijk te zien tot waar het water normaal staat. Rondom in de vallei is de lijn zichtbaar, als bij een leeggelopen badkuip – erboven staan de bomen, eronder is het enkel nog kale rots. De hitte van de zon, hoog aan een strakblauwe hemel, slaat neer op een aantal bezoekers die naar de oever wandelen. Waar de kleigrond naast het pad is drooggevallen, is een grillig patroon van barsten zichtbaar.
Bezoeker Raul Hernaez kijkt omhoog, naar de kerk iets verderop op de heuvel, en wijst naar de spitse toren. “Kijk, daar lag ik vorig jaar nog in mijn kayak naast in het water. Dat kwam bijna tot aan de punt van die toren.” Hij schiet in de lach. “Het is echt waar. Toen stak alleen dat topje nog uit het water. Nu staan we hier helemaal beneden.”