Een Amerikaans stel kijkt verbaasd op. Hun eggs benedict zijn net geserveerd op een terras in Barcelona als er vanaf de straat water wordt gespoten. Ineens hebben ze het door: het protest dat langs hun terras trekt draait om hen. Tourists go home, wordt er geroepen. Erachteraan, in het Catalaans: ‘Toeristen ga onze wijken uit’. De 35-jarige Debora Reategui is een van de demonstranten die haar waterpistool op de Amerikanen richt. Deze geboren en getogen Catalaanse is normaal niet iemand die protesteert, maar nu zijn zij en haar groepje vrienden het zat.
“We wonen in Poble Sec, vlakbij waar cruiseschepen aanmeren. Er komt gewoon geen einde aan de stroom toeristen”, zegt ze. “Het gaat me niet om individuele toeristen, maar om een systeem van massaficatie. Waarbij de stad alleen nog maar bestaat voor het toerisme.” Met een glimlachje richt ze haar waterpistool alweer op de volgende slachtoffers: twee zwaar opgemaakte meisjes in zomerjurkjes, die met hun mobieltjes staan te filmen vanaf een stoplicht.
Soms heeft een protest één duidelijk beeld nodig. Vorig jaar waren dat de waterpistolen, nadat in het begin van de zomer voor het eerst een groep demonstranten deze had meegenomen naar een anti-toerismeprotest. De beelden gingen de wereld over en het was het startschot van een verhit seizoen, waarin de inwoners van Barcelona voor het eerst werkelijk massaal zeiden: nu is het klaar. De constante groei van het toerisme in de stad, vanaf de Olympische Spelen in 1992 tot nu, heeft geleid tot intussen meer dan vijftien miljoen jaarlijkse bezoekers die de stad in stromen.